Nieuws

---------------------------------------------------------------------

            2 0 1 3  EXPOSITIE  IN  VIERWINDENHUIS

 

KESTER FRERIKS, schrijver en colmnist NRC, heeft de expositie geopend. 

 

   

---------------------------------------------------------------------

Hieronder de openingstekst van Kester Freriks;

 

Graag heet ik u hartelijk welkom op de expositie van Henk Willemse in de Westhal van het Amsterdamse Vierwindenuis. Kunstschilder Henk Willemse zou zich in deze entourage perfect passend op zijn plaats vinden; nu zijn hier werken van hem geëxposeerd met medewerking en grote inzet van zijn dochter Hendrickje, waarvoor dank en ook bijzonder hartelijk welkom.

Zover ik kan nagaan hebben we met het schilderkunstige oeuvre van Henk Willemse (1915-1980) een prijswinnaar in de expositiehal van het Vierwindehuis. Willemse werd in 1950 onderscheiden met de Willink van Collenprijs, een prijs die aan het einde van de negentiende eeuw werd ingesteld door de Amsterdamse kunstenaar Willink van Collen. Henk Willemse ontving de onderscheiding op 35jarige leeftijd en staat vermeld met groten als Marius Bauer en Jan Voerman. Niet de geringsten.

Vorig jaar was in de Oosterkerk al een grote, indringende expositie gewijd aan het werk van Willemse, die in 1915 in Amsterdam werd geboren en na vele omzwervingen en een rusteloos, creatief en vooral actief leven in 1980 in zijn woonplaats overleed. De tentoonstelling heette toen in de Oosterkerk Amsterdamse ogen; en dat was een treffende titel: de ogen van Henk Willemse keken op een Amsterdamse manier naar de wereld om hem heen; en dat Amsterdams zou je dan moeten vertalen of interpreteren als oprecht, authentiek, oorspronkelijk, rauw, onopgesmukt, spontaan – dat zijn ook meteen de kernwoorden waarmee zijn werk getypeerd kan worden: hij had als bijnaam de ‘spontane schilder’.

Willemse ontdekte tijdens onderduikjaren in de Amsterdamse Jordaan het schilderen; hij was geboren in deze volkswijk en zijn onderduikjaren bracht hij door in een atelier. In die tijd werd in hem de beeldend kunstenaar geboren. Na de Tweede Wereldoorlog is hij een actief als kunstenaar in Amsterdamse kringen; hij is lid van de sociëteit Arti en Amicitae en is oprichter van de Amsterdamse Kunstenaars Combinatie. Hij verkeert in kringen van grote schilders als Jan Sierhuis, Eugene Brands en later de schilders van Cobra, onder wie Karel Appel.

Willemse is een schilder van vaart en expressie. U kunt het zien aan de doeken die hier zijn tentoongesteld; het is alsof een wervelwind aan kleur en beweging, aan energie en kracht over de doeken waait. Gewaagde kleurcombinaties als felrood tegen felblauw maken het werk boeiend en sprekend. In kritieken die hij in de jaren ontving werd Willemse geroemd om zijn flamboyante schilderstijl , alsof hij grote haast had en in krachtige sprekende lijnen zijn onderwerpen neerzette. Hij hield van de Amsterdamse havens, later ook van de Antwerpse havens, en zijn havengezichten vaak met dramatische accenten aangezet vormen een hoogtepunt in zijn oeuvre. Die rusteloosheid in artistiek opzicht uitte zich ook in de verhuizing vanuit Amsterdam naar het dorpje Warder, gelegen aan het IJsselmeer. Hier wilde hij een kunstenaarskolonie realiseren, maar dat is er nooit van gekomen. Gelukkig bleef hij wel doorschilderen in die tijd en dat levert prachtige, oer-Hollandse landschapsschilderingen op met een lage horizon, felgroen grasland, blauwe lucht boven de weide, het oord van de boerderijdaken, prachtig en sprekend werk. Willemse hield van grote keurvlakken en dat verlangen kon hij in deze periode fantastisch uitwerken.

In de jaren zestig werd echter alles anders, ook voor Henk Willemse. Het was de tijd van ‘aksie’, met ‘k’ en ‘s‘ gespeld. Keren we even terug naar die tijd van toe: Radio Veronica kwam er, onze eigen heuse popzender; spijkerbroeken kleurden het straatbeeld blauw; de mode van lang haar deed zijn intree en nog veel meer. Schilder Henk Willemse had een seismografisch gevoel voor de nieuwe tijdsbesef; al zijn al lange tijd gekoesterde aversie tegen dwang en gezag, tegen autoriteit en kapitalisme, brak in hem ruim baan en hij gaf het schilderen eraan op – helaas, zou jij bijna zeggen – en werd ‘aksievoerder’. Hij verzette zich tegen het kapitalisme, verzette zich tegen orde en gezag; over die tijd zei hij in een interview: ‘We dachten de revolutie begint in Nederland, laten we meteen de barrikaden opgaan en meewerken aan de totale verandering.’ In april 1965 neemt hij het besluit te stoppen met schilderen, niet totaal, maar toch; hij zet zich in voor de verbetering van de plaats van de kunstenaar, wijdt zich aan het organiseren van de contraprestatie, de BKR. Hij kreeg de naam ‘akiesgroepideoloog’ te zijn.

Gelukkig, hij bleef schilderen. In zijn laatste jaren maakte hij schitterende abstracte doeken, waarvan we gelukkig kunnen zijn ook hiervan enkele te mogen tonen. Nu Nederland deze dagen zo vervuld is van het vernieuwde en, na tien jaar geld verslinden Rijksmuseum is geopend, is het goed een moment uit het persoonlijke leven van Willemse te memoren. Het is december 1969: in de beroemde Nachtwachtzaal van het Rijksmuseum hebben zich de kunstenaars van die tijd verzameld. Honderdveertig actievoerders, onder bezielende leiding van Willemse, houden de zaal bezet; de actievoerende schilders eisten een betere sociale voorziening voor kunstenaars, ze brengen er de nacht door, minister Marga Klompé wordt gevraagd deel te nemen aan de discussie, maar ze weigert. Achttien uur lang hielden de kunstenaars het vol.

Ik vind dat een mooi gegeven, en ik moest er vaak aan denken tijdens de serieuze vieringen van het nieuwe Rijksmuseum: ik dacht ook: de tijden zijn veranderd, maar niet zoals Willemse zich het had voorgesteld. De tijden zijn veranderd in een andere richting dan de geëngageerde, politiek bewogen Willemse had gewild, dat lijdt geen twijfel. Een bezetting van de fameuze Nachtwachtzaal zou nu onmogelijk en ondenkbaar zijn. Met deze geweldige, vitale expositie halen we een tijdsbeeld binnen de muren van het Vierwindenhuis, een tijdsbeeld van Cobra en de wilde jaren zestig, een tijdsbeeld van de abstracte kunst die de jaren zeventig kenmerkt. Kunst is altijd aan een tijd gebonden, om dat te ervaren hebben we de Amsterdamse ogen van Henk Willemse nodig die in die tijd zo scherp om zich heen keek, en daarvan in expressieve werken getuigde.

Edske Meijering en Kester Freriks, namens de Expositiecommissie van de Westhal, Vierwindenhuis, Amsterdam. www.vierwindenhuis.nl; www.henkwillemse.com

 

        

 

-----------------------------------------------------------------------------

 Opening  6  m e i  2012

     van de expositie

 "AMSTERDAMSE OGEN",

door ART ROOIJAKKERS

_____________________________________________________

Felicitatie van

JAN SIERHUIS

Collega en goede vriend van

H e n k   W i l l e m s e

 

Jan Sierhuis heeft in het

het boek over het leven en werk van Henk Willemse het voorwoord verzorgd.

 

AAT VELTHOEN,

en HEDY D'ANCONA

waren onder de indruk

van de expositie.

HENK HESSELIUS

Kunstenaar

Weduwnaar van Ria Willemse

 

________________________________________________________

Verslag van de veiling

Henk Willemse: Veiling Collectie
Henk Willemse: Veiling Collectie

De veiling is achter de rug. Ik kijk er op terug als een groot succes.

Wat waren er veel mensen! Al het werk verkocht.
Wouw. Op het moment dat de schilderijen geveild waren vertrok zo'n beetje de halve zaal, dat was bijzonder om te zien.
De veiling meester zei: 'We wachten wel even tot de fans van Henk Willemse vertrokken zijn'. Iedereen lachte, zoiets gebeurde niet vaak.